dinsdag 16 juli 2013

Zomerfestivals.



Je kan er niet omheen, we zitten midden in de festivalzomer. Elk dorp of stadje die zichzelf wat respecteert springt mee op de kar. En dan hebben we nog niet gesproken van de grote kleppers à la Rock Werchter en Pukkelpop. België is een festivalland en daar mogen we best trots op zijn. We kennen het concept ondertussen al enkele tientallen jaren: de organisatoren zorgen voor fijne muziek in verschillende genres en de rest komt van zelf.

Ikzelf geniet ervan om nieuwe bands te leren kennen, idolen te zien optreden en dat in combinatie met de losse sfeer maakt dit concept zeer aantrekkelijk. Alhoewel, er is natuurlijk een keerzijde aan dit hele gebeuren. Vroeger (die goede oude tijd) waren festivals gratis of voor enkele honderden Belgische franken te bezoeken. De Woodstock generatie van the sixties/seventies weet er alles van. Heerlijke tijden moeten het geweest zijn. Amper controle, fijne muziek en vooral laid back and relax. Tijden veranderen en ik maak de vaststelling dat er helaas weinig daarvan overgebleven is. (ook al heb ik het niet meegemaakt, mijn vaders verhalen zeggen genoeg)

Jammer maar helaas zijn de meeste festivals dezer dagen enkel uit op de centen van de festivalbezoeker. De ticketprijzen zijn ver-tienvoudigd, laten we maar zwijgen over de drank en etensprijzen op het terrein. Schandalig. 8 euro voor een smakeloze durum, 6 euro voor een kleine pasta. En toch doen we er allemaal dolenthousiast aan mee. Want mensen verlangen naar dit soort entertainment; een vlucht uit het dagelijkse leven waar de enige bezorgdheid is dat de drankbonnen tijdig worden bijgekocht.

Muziek komt op de 2e plaats komt en sfeer op 1. Vele mensen kunnen niet meer luisteren naar een band die het beste van zichzelf staat te geven tijdens een rustig nummer, want dit zorgt niet voor voldoende ambiance. De intimiteit gaat verloren in de massa. Ook sponsors probeert de bezoeker tal van randactiviteiten voor te schotelen. Dit in combinatie van een of andere DJ die de ene zomer hit na de andere speelt. Dan spreken de meesten al van een geslaagd festival.

Natuurlijk kunnen festivals niet meer zonder de commerce want ook de fee's van artiesten swingen de pan uit. En op deze manier worden festivals alleen nog maar weggelegd een select publiek. Jim Morrison en Jimi Hendrix zouden zich keren in hun graf, wetende welk volk tegenwoordig zich naar deze massa evenementen begeven.

Afgelopen weekend was ik aanwezig als steward op het Cactusfestival te Brugge. (om de kosten wat te drukken, uiteraard) Een gezellig familiefestival in het hartje van Brugge waarbij de organisatoren nog niet volledig hebben toegegeven aan vercommercialisering. Toch zet ook hier de trend zich door. Een slechte editie vorig jaar (dankzij het erbarmelijke weer) zorgde ervoor dat organisatoren het met een veel kleiner budget moesten stellen. En natuurlijk kunnen ze dit niet twee jaar op rij permitteren. Want geld is opnieuw de rode draad van het hele festivalverhaal.

Headliner op zondagavond was dEus. Iedereen kwam voor de hitjes en daarmee was de kous af. Toen Tom Barman en de zijnen het nummer 'oh well' coverde van Fleedwood Mac was slechts de oude garde onder de indruk. Anderen hadden het nog nooit gehoord van Fleedwood Mac want het is geen dEUS hitje...

Het is een vicieuze cirkel waarbij het einde nog niet in zicht is. Een jammerlijk gevolg van de consumptiemaatschappij. (die uiteraard ook z'n voordelen biedt) Ik ga zeker niet alle festivals over de zelfde kam scheren en uiteraard lukt het vaak niet anders om anders te overleven. Toch hoop ik dat festivals terug naar hun roots keren en kiezen voor inhoud in plaats van de centen.

Never forget where you came from.

Peace and love.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten